24 november 2014

Spaghetti-taart *

Een spaghetti-taart smaakt eigenlijk niet zoveel anders dan normale spaghetti met saus, maar is gewoon leuk wanneer je een keertje wilt variëren met pasta.

Benodigdheden:

500 gr. verse spaghetti
1 ui
olijfolie
1 groene paprika
20 cherrytomaatjes
100 gr. geraspte kaas
250 gr. mascarpone
350 gr. rundergehakt
1 theelepel knoflookpasta of 2 teentjes fijngehakt
peper en zout naar smaak
½ theelepel gedroogde oregano
enkele takjes verse basilicum
350 gr. Tomato Frito van Heinz
6 eieren
springvorm van circa 26 cm. doorsnee


Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200°C en bekleed de springvorm met vetvrij papier.
Snipper de ui en fruit deze licht aan in de olijfolie, voeg het gehakt toe en bak dit rul. Verwijder het steeltje en de zaadlijsten uit de paprika en snijd deze in korte dunne reepjes. Voeg deze toe aan de pan en bak even mee. Snijd 14 cherrytomaatjes over de helft en roer ze even mee om. Doe de Tomato Frito in de pan en maak deze op smaak met zout, peper, de oregano, de knoflook en de in stukjes gescheurde blaadjes verse basilicum. Voeg daarna de mascarpone toe aan de tomatensaus en roer dit nog even goed door. Neem nu de pan van het fornuis en roer de verse spaghetti (ongekookt) door de warme saus. Laat dan het geheel afkoelen totdat het nog een klein beetje lauw is.
(Indien je gedroogde spaghetti wilt gebruiken, moet je deze eerst voorkoken tot ‘al dente’).

Vul de springvorm met de afgekoelde spaghetti en druk deze een beetje aan. Doe de eieren in een mengbeker en klop ze goed los. Voeg hier 2/3 van de geraspte kaas aan toe en roer dat goed door het geklopte ei. Giet vervolgens dit ei/kaas mengsel over de spaghetti heen. Laat met een vork het eimengsel overal goed tussen de pasta lopen. Bestrooi de bovenkant met de overgebleven 1/3 van de geraspte kaas. Verdeel de overgebleven cherrytomaatjes over de rand van de taart. Omdat ik de taart meestal in 8 punten snijd, verdeel ik ze zo dat ze precies op de brede kant van die acht punten liggen. Druk ze een beetje in de kaas. Bak de spaghetti-taart  gedurende 30 minuten bruin. Indien de taart te donker wordt aan de bovenkant, kun je deze tussentijds afdekken met aluminiumfolie.

Serveertip:

Lekker met een frisse salade van ijsbergsla met tomaat, komkommer en vinaigrette.

11 november 2014

Mexicaanse Enchilada's

Een enchilada is een traditioneel Mexicaans deeggerecht, dat bestaat uit een tortilla met een vulling van (doorgaans) vlees (gehakt) en kaas. Een enchilada wordt traditioneel geserveerd met guacamole of salsa-saus. Een enchilada wordt, net zoals een fajita, opgerold gepresenteerd. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een quesadilla (een ander op tortilla gebaseerd Mexicaans gerecht), welke wordt gevouwen. De basis van een enchilada wordt gevormd door een tortilla. De traditionele enchilada is meestal gevuld met een kruidige tomatensaus, gevuld met gehakt en kaas. Er bestaan tal van internationale variaties op de traditionele enchilada, waaronder GriekseItaliaanse en visvariaties. Een enchilada wordt, in tegenstelling tot de gegrilde quesadilla, in de oven bereid. Of er sprake is van een enchilada, fajita of quesadilla wordt met name bepaald door de ingrediëntkeuze: de bereidingswijze (ovenbereid of gegrild) en de presentatiewijze (gevouwen/dubbelgeslagen, dan wel opgerold).




Benodigdheden:

2 el zonnebloemolie
1 ui, gesnipperd
300 gram rundergehakt
1 rode paprika, in reepjes
1 zakje burrito kruidenmix (30 g)
1 blik tomatenblokjes (400 g)
1 blik red kidneybonen (400 g), uitgelekt
8 wrap tortilla’s
150 gram belegen kaas

Bereiding:

Verhit in een hapjespan de olie en fruit de ui, voeg dan het gehakt toe en bak dit rul.
Bak de paprika gedurende 4 minuten mee. Voeg de kruidenmix met 100 ml water en de tomatenblokjes toe. Schep de red kidneybonen erdoor en verwarm het geheel tot een dikke saus. Verwarm ondertussen de ovengrill voor.
Schep op elke tortilla 1/8 van het gehakt-bonenmengsel. Rol de tortilla op en leg deze in een passende ovenschaal. Strooi er de geraspte kaas over en gratineer de enchilada's onder de hete ovengrill. Blijf goed opletten zodat de tortilla's of de kaas niet verbranden. Serveer de enchilada's zodra de kaas goed gesmolten is en lichtbruin van kleur is.

Serveertip:

Lekker met fijngesneden ijsbergsla die je op smaakt maakt met een yoghurtdressing, guacamole en salsa.

21 oktober 2014

Aardappel-spektaart (om koud te eten).

Net als de Spaanse Tortilla is dit gerecht eigenlijk zowel warm als koud heel goed te eten. De beschrijving hieronder is uitgegaan van koud, maar uiteraard kun je deze aardappel-spektaart ook heel goed warm eten als hij net uit de oven komt. Dit fantastische recept komt van chefkok: Jonathan Karpathios.


Benodigdheden: (voor 4 personen)

300 g katenspek, in plakjes
1½ kg Nicola-aardappels
150 gram geraspte kaas
snufje nootmuskaat
peper en zout


Bereiding:

Verwarm de oven voor op 190 ˚C.
Bekleed een groot cakeblik of broodblik met het spek (de bodem en de wanden). Schil de aardappels en snij deze in plakken van ½ cm. Leg een laag aardappels op het spek. Bestrooi die met peper, zout, geraspte kaas en nootmuskaat. Leg 2 plakjes spek op de aardappellaag en daarna weer een laag aardappels. Ga zo door tot alle ingrediënten zijn gebruikt.Dek de plaat af met aluminiumfolie en bak de taart in ± 45 minuten af. Zet de bakplaat een nacht weg en leg er iets zwaars op, zodat de taart stevig wordt aangedrukt. Snij de taart de volgende dag in vierkantjes van 2 x 2 cm.


Serveertip koud:

Heerlijk met een frisse salade.

Serveertip warm:

Lekker met gekookte broccoli.

Hachis Parmentier met bloemkool *

Parmentier is een smakelijk ovengerecht en een klassieker uit de Franse keuken. Het democratisch en populair gerecht, dat sterk lijkt op de Engelse ‘Cottage Pie‘, dankt zijn naam aan apotheker Antoine Augustin Parmentier (1737 – 1813) wie ervoor zorgde dat de aardappel meer bekendheid kreeg en onder verschillende vormen op tafel kwam.
Hachis Parmentier is een gerecht van laagjes: een laag gehakt vlees (hachis – hachee: vroeger gebruikte men restjesvlees om dit gerecht te maken) en een laag aardappelpuree, gegratineerd in de oven. In de originele versie zit natuurlijk geen bloemkool, maar ik vind het zelf een heerlijke variatie op het originele recept. Je kunt de bloemkool ook eens vervangen door broccoli.


Benodigheden:

½ liter melk
½ bloemkoolsap
100 gram bloem
250 gram geraspte kaas
1 bloemkool
12 middelgrote aardappelen
800 gram rundergehakt
nootmuskaat
peper en zout
citroensap
boter

Bereiding:

Bak het gehakt rul en lichtbruin met een klein beetje boter in een koekenpan. Kook de aardappelen gaar in 20 minuten (voeg zout naar smaak toe tijdens het koken). Knijp de aardappelen door een pureeknijper en maak er aardappelpuree van. Gebruik hiervoor een klein klontje boter en een klein scheutje melk om er een romige massa van te maken. Breng deze op smaak met peper en nootmuskaat. Kook de bloemkool in kleine roosjes gaar (tijdens het koken zout naar smaak toevoegen). Leg nu eerst een laag puree in een ovenschaal, doe hier bovenop het rul gebakken gehakt. Daarbovenop maak je een laag van de bloemkoolroosjes en bestrooi deze met nootmuskaat.

Maak een bechamelsaus van de boter, de bloem, de melk en een ½ liter van het bloemkoolsap (kookvocht), nootmuskaat en citroensap. Giet de bechamelsaus over de bloemkool en strooi er de kaas over. Zet 25 minuten in een oven van 200°C.

Serveertip:

Je kunt ook een fijngehakt uitje toevoegen aan het gehakt en dat even meebakken!

12 oktober 2014

Foe yong hai *


Van oorsprong is het een Chinees-Indisch gerecht. Foe yong is het eigerecht. Wanneer je krab toevoegt noem je het Foe yong hai. Met kip heet het Foe yong kai en met garnalen heet het Foe yong ha. Maar omdat iedereen bekend is met de naam Foe yong hai, noemen we het toch maar zo, ook al heb ik het recept met kip hieronder vermeld. Het wordt geserveerd met een heerlijk zoetzure tomatensaus en witte rijst, nasi of bami.





Benodigdheden:

Saus:
1 eetlepel arachideolie
1 blik tomatenblokjes
1 ui
1 theelepel knoflookpuree (of 1 teentje zeer fijngehakt)
1 eetlepel rijstazijn
1 tablet kippenbouillon
1 mespuntje Vetsin
1 eetlepel suiker
peper en zout naar smaak
eventueel 1 eetlepel maïzena

Omelet:
enkele kleine geschrapte worteltjes
1 kleine ui
½ klein blikje bamboescheuten
½ rode paprika
50 gr. hamreepjes
1 handvol diepvries-doperwten
8 eieren
1 theelepel suiker
zout en peper naar smaak
300 gram rijst


Bereiding Saus:

Bak de zeer fijngehakte ui gedurende een paar minuten in de Arachide olie totdat ze lichtbruin en glazig zijn. Doe hierbij de zeer fijngehakte knoflook toe en laat dit even meebakken. Voeg nu de blokjes tomaat toe en laat die ook nog enkele minuten meebakken. Maak er nu met een staafmixer een gladde saus van. Voeg een tablet kippenbouillon en de rijstazijn toe. Maak de saus op smaak met Vetsin, rijstazijn, suiker, peper en zout. Indien nodig kun je de saus nog wat binden door wat maizena op te lossen in water en dat beetje bij beetje toe te voegen aan de saus.

Bereiding Foe yong hai:

Snijd de worteltjes in schuine zeer dunne plakjes, snijd de paprika in dunne reepjes, snijd de ui in lange dunne schijfjes. Snijd de kipfilet in heel dunne plakjes (tip: dit gaat het best als de kip even is opgestijfd in de diepvries).
Verhit de Arachide olie in een wok en roerbak de kip en voeg dan de ui, de hamreepjes, de bamboescheuten en de andere groenten toe. Wok ze op een hoog vuur beetgaar. Voeg als laatste de diepvriesdoperwten toe en roerbak deze ook nog even mee.
Klop de eieren los met wat zout, suiker en peper. Schep het vlees/groenten-mengsel door de geklopte eieren en giet het geheel terug in de pan. Bak hiervan een omelet die aan twee zijden gebruind is.

Kook de rijst en doe deze in een schaal. Schep hierop de dubbelgevouwen omelet en overgiet deze met de saus.

Serveertip:

Lekker met kroepoek!

3 september 2014

Giouvetsi*

Giouvetsi is een echte Griekse klassieker. Het wordt (meestal) gemaakt met lamsvlees (maar het kan ook met rundvlees gemaakt worden) dat gestoofd wordt in een “Giouvetsi’: een aardewerken pot. Omdat dit gerecht wel enige tijd moet stoven tot het gaar is, werd dit gerecht meestal op zon- en feestdagen klaargemaakt (als er wat meer tijd was). De Giouvetsi werd soms zelfs naar de plaatselijke bakker gebracht om in de broodoven te laten garen. Het lamsvlees, samen met de andere ingrediënten zoals tomaat en Orzo (ook wel Kritharaki genoemd en dit is geen rijst, maar een Griekse pasta soort) werden in de Giouvetsi gedaan en dan een paar uren in de bakkersoven gezet.



Benodigheden:

1 Römertopf of Tajine
600 gram lamsvlees
olijfolie
2½ ui
2 stelen bleekselderij
1 theelepel knoflookpasta of 1 fijngehakt teentje
1 theelepel tomatenpuree
150 ml Griekse mavrodaphne wijn
250 gram Kritharaki of Orzo pasta
1 potje lamsfond (400 ml)
100 gram geraspte Mitzithra kaas of Parmezaanse kaas
4 hele kruidnagels
1 blaadje laurier

Bereiding:

Kruid het in dobbelstenen gesneden lamsvlees met zout en peper. Laat de olie heet worden in een braadpan en braad het lamsvlees bruin. Voeg de 2 fijngesnipperde uien toe en laat deze lichtbruin bakken. Doe de knoflookpasta bij het vlees en de uien. Voeg daarna de in halve ringetjes gesneden bleekselderij toe en roer dit ook even goed mee om. Voeg de tomatenpuree toe en roer dit gedurende 1 minuut goed door. Voeg de rode wijn toe en laat dit tot ongeveer de helft inkoken. Voeg nu het potje lamsfond toe. Neem nu de halve ui en snijd deze over het midden in tot op de helft, steek hierin het laurierblad. Steek dan aan beide zijden van het laurierblad telkens  2 kruidnagels in de ui. Voeg de ui met de kruiden toe aan de saus.
Giet het vlees met de saus nu in een voorgeweekte Römertopf of Tajine en laat de saus gedurende 2 uur stoven in een warme oven. Het vlees moet bijna uit elkaar vallen op het eind, laat het anders gerust nog wat langer staan. Want hoe zachter het vlees, hoe lekkerder. Als het vlees goed gaar en zacht is voeg je de Orzo toe. Laat deze 15 à 20 minuten mee pruttelen in de saus (let goed op dat er voldoende vocht in de pan is om de Orzo gaar te laten worden, voeg indien nodig nog wat heet gekookt water toe. Verwijder de ui met de laurier en de kruidnagels. Bestrooi de schotel met de geraspte kaas en dien direct op.

Serveertip:


Maak er een heerlijke Griekse boerensalade bij!

29 mei 2014

Turkse rode linzensoep *

“Linzen” is het meervoud van linze. De linze (plant) is een eenjarige peulvrucht die al eeuwen verbouwd wordt, zelfs in het Oude Testament wordt de linze al vermeld. Linzen komen van oorsprong uit Azië en Zuid-Europa. Het is dan ook niet vreemd dat ze vooral gebruikt worden in de Indiase, Spaanse, Turkse en Marokkaanse keuken. Het gewas, waarvan men zegt dat het veel warmte nodig heeft om te groeien, gedijt ook goed in koudere werelddelen. Canada, dat op het noordelijk halfrond ligt, is momenteel zelfs de grootste exporteur van linzen.Linzen kun je beter niet rauw eten. Ze bevatten een aantal schadelijke en/of slecht verteerbare stoffen die tijdens het koken afgebroken worden.  Anders dan bij gedroogde bonen hoeven linzen niet urenlang te weken. Het mag, maar een uurtje weken is eigenlijk al voldoende om de kooktijd te beperken en de verteerbaarheid te verhogen. Sommige linzen – rode linzen bijvoorbeeld – hoef je zelfs helemaal niet te laten weken.


Benodigdheden (voor vier personen): 

250 gram rode linzen
1 ui
1 aardappel
1 winterwortel
½ eetlepel tomatenpuree
½ theelepel gedroogde chilivlokjes

1 rode paprika
1 theelepel knoflookpasta of fijngehakte knoflook
1 theelepel foelie
1 theelepel paprikapoeder
1 theelepel gemalen komijn
Turkse yoghurt
2 eetlepels olijfolie
2 bouillonblokjes (kip)
1,5 liter kokend water
verse munt en fijngehakte verse krulpeterselie




Bereiding:

Schil de wortel en de aardappel en snijd ze in kleine blokjes. Ontdoe de paprika van de zaadlijsten en snijd deze eveneens in kleine blokjes.  Pel de ui en snijd ook deze in kleine blokjes. Fruit de ui aan in de olijfolie in een ruime pan. Wanneer de ui glazig is geworden, voeg je de knoflook en de tomatenpuree toe en roer dit even goed om. Voeg vervolgens ook de blokjes aardappel, de paprika en de wortel toe en bak deze ook even mee. Was ondertussen de linzen grondig in een zeef onder stromend water tot het water wat eraf komt helemaal helder is. Voeg ze vervolgens toe in de pan en bak nog heel even mee. Verkruimel de twee bouillonblokjes boven het geheel en giet er de 1,5 liter kokend water op. Voeg de kruiden (chilivlokjes, paprikapoeder, komijnpoeder en foelie) toe aan de bouillon. Laat het geheel aan de kook komen en laat dit ongeveer 3 kwartier zachtjes doorpruttelen tot de linzen helemaal gaar gekookt zijn. Zet dan even de staafmixer in de soep zodat alle stukjes groenten fijn zijn. Serveren met een eetlepel Turkse yoghurt en bestrooi deze met verse fijngehakte peterseliepul en een snufje paprikapoeder.

Serveertip:

Heerlijk met Turks brood!

27 maart 2014

Sushi Salade *

Sushi is de laatste jaren helemaal hot & hip! Je hoort het zo ontzettend vaak dat mensen lekker uit eten gaan om sushi te eten. Sushi zelf maken is niet zo moeilijk, maar wel heel veel werk. Daarom zien de meeste mensen dat niet zo zitten. Maar om het jezelf gemakkelijk te maken kun je met de ingrediënten er ook een simpele salade van maken. De smaak van deze sushi salade is precies hetzelfde als de originele sushi en het is eenvoudig te bereiden en het staat binnen no-time op tafel!


Benodigdheden:

250 gram sushi-rijst
1 rijpe avocado
100 gram Surimi
½ halve komkommer
2 Nori-vellen
2 stengels lente-ui
3 eetlepels geroosterde sesamzaadjes

Voor de dressing:
1 klein scheutje sojasaus (= naar smaak, dit mag eventueel ook weggelaten worden)
3 eetlepels rijstazijn
2 theelepels suiker
1 theelepeltje zout

Bereiding:

Kook de rijst volgens de bereidingswijze op het pak. Snijd ondertussen de komkommer (met schil), de Surimi en de avocado in kleine stukjes en het bosuitje in smalle ringen. Meng in een bakje de ingrediënten voor de dressing. Als de rijst klaar is, spoel je de rijst af onder koud water zodat de rijst meteen afkoelt. Meng de nog lauwe rijst met de dressing en schep deze met een houten lepel (in een houten schaal) voorzichtig door de rijst. Wanneer de rijst volledig is afgekoeld, mag je de avocado, komkommer, Surimi, de lente-ui en de sesamzaadjes toevoegen. Knip boven de kom de Nori-vellen in stukjes en voeg die ook toe. Laat de sushi salade in de koelkast staan totdat je hem gaat serveren.

Serveertip:

Je kunt de Surimi ook vervangen door voorgegaarde cocktailgarnalen, echte krab, stukjes tonijn of zalm of andere vissoorten. Het is natuurlijk ook mogelijk om een Sushi-fruitsalade te maken!

16 maart 2014

Bloemkoolsoep *

Benodigdheden (voor 4 personen):

1 kleine bloemkool (in kleine roosjes)
1 grote aardappel  of 2 kleine (geschild en in kleine blokjes)
2 tabletten kippenbouillon
4 plakken Coburger ham
2 eetlepels Boursin (met tuinkruiden en knoflook)
750 ml. water
1 mespunt foelie
½ mespuntje kerriepoeder
Snufje versgemalen peper


Bereiding:

In een ruime pan de bloemkoolroosjes en aardappelblokjes met 750 ml. water aan de kook brengen. Doe de kippenbouillontabletten erbij.  Laat de bloemkool en de aardappel in 18 min. gaarkoken. Neem daarna de pan van het fornuis en mix de bloemkool en aardappel met een staafmixer tot een gladde substantie.  Bak de plakjes Coburger ham in een droge koekenpan lekker krokant en laat ze daarna nog even uitlekken op een vel keukenpapier. Roer de Boursin door de soep en maak de soep verder op smaak met de foelie en de kerrie. Soep opnieuw aan de kook brengen en daarna direct verdelen over de 4 soepkommen en de ham daarboven verkruimelen. Bestrooi met wat versgemalen peper.

Serveertip:

Lekker met vers gesneden bruin stokbrood en kruidenboter.

Sajoer Boontjes *

Benodigdheden:

2 dl runderbouillon
2 eetlepels olie
1 ui gesnipperd
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel knoflookpasta
2 theelepels laos
1 eetlepel goela djawa
500 gram sperzieboontjes
3 dl water
2 eetlepels santen
zout
citroensap



Bereiding:

Fruit de ui, met de sambal, het knoflookpoeder, de laos, de goela djawa en wat zout. Voeg er de bouillon en boontjes aan toe. Laat de groenten dan in 15 minuten bijna gaar worden. Hierna de santen, het citroensap en het water toevoegen en nog 5 minuten zachtjes laten koken.

Serveertip:


Heerlijk bij Rendang, Smoorvlees of Babi Ketjap en daarbij wat witte rijst.

15 maart 2014

Kippenlevertjes in mosterdsaus *

De lever van verschillende dieren wordt door mensen geconsumeerd en geldt vaak als een delicatesse. Bekend is vooral de Foie Gras (ganzenlever) en leverpastei (gemaakt van varkenslever), maar ook kippenlevers en runderlevers worden voor consumptie gebruikt. Lever heeft meestal een sterke typische geur en smaak die lang niet iedereen kan waarderen.
De Foie Gras zouden ze moeten verbieden, aangezien ganzen hiervoor worden mishandeld doordat ze gedwongen moeten eten, om zodoende snel een vergrote lever te krijgen. Afschuwelijk vind ik dat!. Runderlever eet ik liever niet, omdat dit vrij droog van smaak wordt. Varkenslever vind ik heerlijk als het op Griekse wijze wordt gegrild. En kippenlevers eet ik het liefst volgens onderstaand recept, dat ik zelf heb bedacht. Hoewel ik probeer om niet te koken uit pakjes, zakjes en allerlei kant-en-klare produkten, gebruik ik hierbij wel de Calvè Mosterdsaus. Want die heb ik zelf nog niet met dezelfde smaak en eenzelfde consistentie kunnen namaken.


Benodigdheden  (voor 2 personen):

500 gr. kippenlevertjes
1 grote ui
1 bakje champignons
1 flinke scheut Mosterdsaus van Calvé
Boemboe saté
aromat
peper/zout naar smaak
maïzena
1 grote blok kippenbouillon (maak hiervan met kokend water een ½ liter bouillon)
2 eetlepels olijfolie


Helaas nog geen eigen foto van dit gerecht, dus voorlopig eentje die het meest lijkt op hoe mijn gerecht er na de bereiding uitziet. Ik hoop snel een eigen foto te kunnen plaatsen!

Bereiding:

Maak de kippenlevertjes goed schoon, verwijder slechte stukjes en draadjes. Snijd de grote levers over de helft. Meng op een bord de maïzena met de Boemboe saté, peper en aromat. Haal de kippenlevertjes goed door de gekruide maïzena.
Maak in een hapjespan de olie goed heet en fruit de uien aan, voeg daarna de kippenlevertjes toe en bak deze lichtbruin. Voeg dan de champignons toe. Giet hierna steeds een beetje van de bouillon toe, totdat er een romige saus ontstaat. Doe hierbij een flinke scheut mosterdsaus. Laat dit nog 5 minuten op een lage temperatuur/zacht vuur staan en roer regelmatig door.

Serveertip:


Verse spinazie en aardappelpuree.

6 maart 2014

Gnocchi di Sorrentina **

Gnocchi is een Italiaanse pastasoort. Het woord Gnocchi, meervoud van het Italiaanse Gnocco, betekent "klont". De Aziatische varianten worden vaak met het Engelse woord "dumpling" aangeduid, de Nederlandse variant is knoedel. Gnocchi is vooral bekend in de variant van aardappel; Gnocchi di patate. In Rusland worden zij ook "Gnocchi" genoemd. Gnocchi di patate zijn een soort ovale balletjes, gemaakt van aardappel en tarwebloem. Het is een typisch Italiaans gerecht. De aardappelen worden gekookt en gepureerd, daarna met meel en eidooier gekneed en dan gekookt in kleine balletjes. De Gnocchi zijn klaar als ze komen bovendrijven. Ze worden vaak geserveerd met een saus van tomaten of van zachte kaas.




Benodigdheden:

Gnocchi di patate:
1 kilo bloemige aardappelen
2 eidooiers
150 gram fijne tarwebloem

Sorrentina saus:
1 eetlepel olijfolie
1 flinke mespunt knoflookpasta
1 ui
Tomato frito saus
Vers gemalen peper en zout naar smaak
1 eetlepel gedroogde oregano
100 ml. zoete witte wijn
6 blaadjes basilicum
100 gram buffelmozzarella

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 °C. Kook de aardappelen in circa 20 minuten gaar. Laat ze afkoelen totdat ze nog lauwwarm zijn.
Bereid ondertussen de Sorrentina saus. Snipper de ui fijn en fruit deze aan in de olijfolie, voeg de knoflookpasta toe en laat deze nog even meefruiten. Voeg de Tomato frito saus toe en roer goed door. Voeg de zoete witte wijn toe. Breng op smaak met de gedroogde oregano, de verse basilicum blaadjes, zout en versgemalen peper. Laat deze saus op een lage temperatuur een beetje inkoken. Bereid nu de puree. Gebruik hiervoor een pureeknijper (geen stamper dus) om er puree van te maken. Voeg de 2 eierdooiers en de bloem toe aan de puree en kneed dit met je handen goed door tot je er een stevige bal van kunt maken en alle bloem en aardappel is opgenomen. Bestuif je werkvlak nu met een beetje rijstebloem. Snijd vervolgens een plak van de bal af en rol hiervan een ‘worstje’ op het bestoven werkvlak. Snij hiervan met een mes steeds stukjes van circa 2 cm. af. Rol de stukjes in je handen tot een klein ovale vorm. Vervolgens haal je de Gnocchi over een vochtige vork, zodat er kleine ribbeltjes in ontstaan. Zet een kookpan op met water en breng dit aan de kook. Laat de Gnocchi in de pan glijden en wacht totdat ze aan de oppervlakte komen drijven. Zodra ze drijven: zijn ze gaar. Neem ze voorzichtig met een schuimspaan uit de pan en laat ze in een vergiet uitlekken.
Meng de Gnocchi met de Sorentina saus en schep het geheel in een ovenschaal. Snijd plakjes van de Mozzarella en verdeel deze over de ovenschaal met Gnocchi. Zet de ovenschaal circa 10 minuten in de voorverwarmde oven.

Serveertip:

Heerlijk met een frisse groene salade. Lekker een glaasje Chianti of Lambrusco erbij!


13 februari 2014

Huzarensalade (Koude Schotel) **

Op een warme zomerse dag is het altijd heerlijk om ’s avonds iets te eten dat lekker koel is. Maar bij mijn ouders kwam deze Huzarensalade (of Koude Schotel zoals wij het op zijn Brabants noemden, het schijnt overigens ook een Limburgs gerecht te zijn) altijd op 1e Kerstdag op tafel als voorgerecht. Hoewel mijn moeder meestal het eten kookte, werd de Koude schotel altijd door mijn vader gemaakt. Ik hielp hem vaak met de garnering toen ik nog een jong meisje was. Op bijgaande foto had ik er deze keer met komkommerschijfjes een soort vis van gemaakt, maar de garnering en versiering verschilt nogal eens. Voor een uitgebreid koud buffet is dit natuurlijk ook een ideaal gerecht. Meestal serveer ik het dan per persoon op kleine bordjes of in kleine schaaltjes. Het rundvlees kan uiteraard ook worden vervangen door vis: zoals zalm of tonijn. De hoeveelheden die hieronder staan vermeld zijn als voorgerecht voldoende voor zeker 6 personen, maar als je het als bijgerecht gebruikt is het vast en zeker wel voldoende voor 8-10 personen.


Benodigdheden:

2 kilo (vastkokende) aardappelen
500 gr. soepvlees
2 grote uien in snippers
2 zure appels in kleine stukjes
1 krop sla
4 tomaten
1 ltr. blik doperwten/worteltjes
zoetzure augurkjes
zoetzure zilveruitjes
Amsterdamse uitjes
6 hardgekookte eieren
fritessaus
paprikapoeder
nootmuskaat
peper en zout naar smaak
1 theelepel zoete ketjap

Bereiding:

Kook het soepvlees in 1½ uur en maak het fijn met een keukenmachine. Kook de aardappelen 20 min. en maak ze met een pureeknijper fijn. Snipper de uien en appels fijn met de keukenmachine.
Giet de doperwten/wortelen af en snijd de worteltjes in dunne plakjes. Maak 2 eetlepels zilveruitjes fijn in de keukenmachine. Snijd 6 augurkjes in kleine stukjes.
Mix in een grote mengkom:
de aardappelen, het vlees, de uien, de appels, ¾ van de doperwten/worteltjes, de augurkjes en de uitjes goed door elkaar. Voeg hier 3 à 4 eetlepels fritessaus aan toe. Breng het geheel op smaak met de kruiden. Was de sla en haal de harde stukjes uit de bladeren, maak de slabladeren goed droog in een slacentrifuge. Neem een grote schaal en bedek de bodem geheel met de sla. Schep hierop het aardappelmengsel en laat aan de randen ruimte voor garnering. Halveer 4 eieren en leg de helften over de lengte en in het midden op de schotel. Doe in een maatbeker 3 eetlepels mayonaise met 1½ eetlepel water en roer dit goed door. Giet deze saus over de eieren en het aardappelmengsel. Bestrooi met paprikapoeder. Garneer de schaal met gesneden tomaten, plakjes ei, zilveruitjes en ¼ van de doperwten/worteltjes.
Als extra garnering is zalm uit blik en asperges heel erg lekker.

Serveertip:


Als extra garnering is zalm uit blik en asperges heel erg lekker.

2 februari 2014

Tartiflette *

Tartiflette is een aardappelgratin, overbakken met Reblochon kaas. Reblochon kaas komt uit de Franse Haute-Savoie: de Alpenstreek die bij de wielrenners bekend is om de kuitensloper ‘Alpe d’Heuz. Nou, ik zou die steile berg waarschijnlijk lopend nog niet eens kunnen bedwingen. Maar dat is ook helemaal nergens voor nodig, want dat doen de Franse koeien al voor mij. Terwijl Yvette3, Madeleine16 en Josephine24 en al die andere volslanke meiden met hun rasptong een portie gras met Alpenkruiden naar binnen trekken, genieten ze ondertussen van het uitzicht op de gletsjers. Na een tocht door hun 4 magen is het gras-/kruidenhapje verteerd tot heerlijk romige melk, die door een blozende Franse boerin wordt afgetapt. Van die melk maakt zij de smakelijke Reblochon voor haar ovenheerlijke Tartiflette. Niets bijzonders hoor, want dat doen en deden haar moeder, haar grootmoeder, haar overgrootmoeder en betovergrootmoeder en alle andere gebochelde Alpenomaatjes al eeuwen lang. Althans dat dacht ik toch. Maar dat schijnt helemaal niet zo te zijn. Want net als je daar lekker met je aloude receptje bezig bent, komt er zo’n betweter bij je langs die in één keer, pats-boem, je romantische ballonnetje lek prikt. Een Tartiflette bleek namelijk gewoon een marketing item uit 1980. Dat ging zo: zo ’n 30 jaar geleden zaten een stel kaasboeren (van die knoestige, verroeste Savoyards, ergens in een berghut in de Alpen over hun melk- en kaasoverschot te bomen. En dat was hard nodig, want op de planken in hun schuur lagen nog grote voorraden kazen. Een faillissement kwam steeds dichterbij. De Tartiflette redde hun Toko en met verve. Nou, dat weten we dan ook weer. Zucht! Nou, dan maar geen recept uit de oude doos, maar ik blijf gewoon denken dat het wel zo is. Want Tartiflette komt van Fricassee de Tartifles. En dat is toevallig wel een oud Frans volksgerecht van gebakken aardappelen met ui. Denk er dan even kaas en spek bij en je hebt de huidige Tartiflette. Dus ik zou zeggen, ga ook eens op zoek naar een goede Reblochon (gemaakt van rauwe melk met meer smaak) en zet ook eens een overheerlijkeTartiflette op tafel waar iedereen nog lang over na zal praten. En wie weet gaat het recept van jou dan vanzelf over op je kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. En krijgen we die aloude historie alsnog!


Zo snijd je de reblochon!



Ingrediënten:

100 gr. gerookte spekreepjes
2 teentjes knoflook of 1 theelepel knoflookpasta
8 aardappelen
2 uien
1 klein klontje boter
250 gr. Reblochon kaas
witte wijn
versgemalen peper

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 180 °C. Schil de aardappelen, was ze en dep ze daarna droog met een keukentissue. Snijd de aardappelen in schijfjes van 2 mm dik. Snipper de uien en hak de knoflook fijn. Meng de aardappelschijfjes met de knoflook, ui en spekblokjes in een kom. Smelt de boter in een anti aanbakpan en gooi het aardappelmengsel in een anti-aanbakpan en stoof dit gedurende 3 à 4 minuten. Maak het op smaak met versgemalen peper. Schep het hierna in een vuurvaste ovenschaal en overgiet de aardappelen met de witte wijn tot ze bijna onder staan.
Dek de schaal af met aluminiumfolie maar zorg ervoor dat de rand vrij blijft zodat de stoom nog kan ontsnappen. Plaats de schaal gedurende 40-45 minuten in de oven.

Snij de kaas in 2 grote schijven (dus zodat je twee grote schijven met elk een korst aan een kant over houdt) en leg die met de korst naar beneden op de aardappelen en zet de ovenschaal nog eens circa 10 minuten in de oven, maar dan nu onder de hete grill. Houd de Tartiflette goed in de gaten, want per oven kan de grilltijd nogal verschillen. De bovenkant moet goudgeel tot lichtbruin gegrild zijn (het mag natuurlijk niet zwart gebakken worden). Dus opletten in de laatste minuten is wel belangrijk. Er kan een grote blaas ontstaan doordat de kaas heet wordt, maar dat is normaal. Dus daarover hoef je je geen zorgen te maken. Laat de schotel nog even 3 minuten afkoelen alvorens te gaan eten.

Serveertip:

Heerlijk met frisse groene salade of vers gekookte broccoli of verse sperziebonen. En als vlees zou ik gebakken varkenshaas aanraden (zonder extra saus of wat dan ook).

17 januari 2014

Krieltjes in Honing-Mosterd dressing *

Dit is een heerlijk, maar vrij simpel bijgerecht wanneer je een BBQ hebt, maar het is ook heel erg lekker bij een avondje gourmetten of fondue. Ook erg handig in de zomer, wanneer je niet al te lang in een te ‘warme’ keuken wilt staan en toch iets lekkers met aardappels wilt maken. Snel een frisse groene salade erbij, met gegrild of gebakken vlees en je hebt een gezonde maaltijd op tafel.


Ingrediënten:

700 gram verse krieltjes
1 runderbouillonblok
1 bosje verse dille
4 eetlepels mayonaise
1 eetlepel Franse of Engelse mosterd
2 eetlepels honing
1 theelepel citroensap
vers gemalen peper naar smaak

Bereiding:
Zet een pan op met ruim water en breng dit aan de kook. Voeg een grote runderbouillontablet toe en  kook de krieltjes gedurende 10 minuten. Giet ze af en laat ze even uitlekken in een vergiet.
Maak van de mayonaise, de mosterd, de honing en het citroensap een dressing (hiervoor gebruik je een staafmixer). Mix het geheel niet te lang. Snijd met een mes de dille wat fijner en voeg dit toe aan de honing-mosterdsaus.

Voeg deze dressing toe aan de nog warme krieltjes en roer het goed door. Zet de pan/schaal met krieltjes op een koele plek weg en roer het geheel nog regelmatig even goed om. De smaken van de honing-mosterdsaus krijgen dan de tijd om in de vers gekookte krieltjes in te trekken.

Serveertip:
Heerlijk als bijgerecht bij de BBQ als bijgerecht. Maar ook lekker als zomergerecht, met een frisse salade en gegrild vlees.

3 januari 2014

Boeuf Bourguignon **

Boeuf Bourguignon, ook wel boeuf à la Bourguignonne, is een Frans gerecht op basis van rundvlees gestoofd in rode Bourgogne-wijn, champignons, uitjes, en reepjes spek. Andere combinaties zijn ook mogelijk, zoals met wortelen of aardappelen. De naam betekent: 'Rund op zijn Bourgondisch' en het is dan ook een typisch gerecht voor de Bourgognestreek.
Het is een van de vele voorbeelden van Franse boerengerechten die zijn doorgedrongen tot de haute cuisine. Langzaam stoven was een manier om taai vlees mals en smakelijk te maken.




Ingrediënten:

500 gr. rundvlees
3 tenen knoflook of een theelepel knoflookpasta
1 bosje krulpeterselie
1 Bouquet Garni (peterselie, tijm en laurier), of een volle theelepel Provencaalse kruiden
500 ml. rode (Bourgogne) wijn
250 gr. verse zilveruitjes (of sjalotjes)
200 gr. kastanjechampignons
250 gr.  ontbijt spekblokjes (of reepjes)
2 eetlepels bloem
een flinke klont boter
1 grote blok rundvleesbouillon (of rundvleesfond)
zout en peper naar smaak

Bereiding:

Maak de zilveruitjes schoon. Snijd deze plakken vervolgens in kleine vierkantjes. Snijd de champignons in vieren. Hak de knoflooktenen grof. Was de peterselie, verwijder de steeltjes en hak de toppen fijn. Bewaar deze voor later. Snijd het vlees in grote blokken van circa 3x3 cm.

Bak de spekblokjes met een beetje boter lekker bruin, schep ze dan op een groot bord en houd ze even apart tot later.
Bestrooi het vlees met zout en peper. Voeg wat extra boter toe aan de pan en bak het vlees snel lekker bruin. Schep ze op het bord bij de spekblokjes. Fruit de zilveruitjes met de knoflook aan totdat ze glazig en lichtbruin zijn.

Voeg de bloem toe aan de pan met vet/boter en roer dit goed door, laat de bloem lichtbruin worden. Giet dan 450 ml. rode wijn in de pan en blijf nog even goed doorroeren, totdat er een lichtgebonden saus ontstaat. Voeg dan de spekblokjes, vlees en uien weer toe aan de saus.
Leg het Bouquet Garni in de saus (of voeg de Provencaalse kruiden toe). Zet het vuur (of de temperatuur) wat lager en laat het geheel gedurende 1½ uur op een laag vuur langzaam pruttelen. Roer regelmatig even door. Voeg hierna de champignons en de overgebleven 50 ml. rode wijn toe en laat het nog een ½ uur zachtjes pruttelen. Indien de saus te dun is, kun je hem in het laatste half uur nog wat laten inkoken door de deksel eraf te nemen.
Wanneer het vlees lekker zacht en mals is geworden, mag je de fijngehakte peterselie door de saus roeren. Hierna is de Boeuf Bourguignon klaar om geserveerd te worden.

Serveertip:


Heerlijk met witte rijst en een frisse groene salade. Maar ook lekker met aardappelpuree en vers gekookte sperzieboontjes. En nog wat vers brood erbij om de saus op te dippen!