Erwtensoep (ook wel Snert genoemd), is een dikke soep, gemaakt van spliterwten.
Andere landen, zoals Engeland en Duitsland, kennen ook erwtensoep, maar het
traditionele Nederlandse gerecht dat in de winter gegeten
wordt is een sterk gebonden versie. De soep smaakt het beste als deze in een
grote hoeveelheid wordt bereid, en daarna voor consumptie nog een dag blijft
staan. Gekoeld blijft de soep een aantal dagen goed, maar hij kan ook prima
worden ingevroren in een diepvriezer. De
hoeveelheden van de diverse ingrediënten variëren. In totaal moet er zoveel
groente aan de soep worden toegevoegd dat de massa bijzonder dik wordt, en dan
eerder lijkt op een pap dan op soep. De lepel moet er rechtop in kunnen blijven staan, zegt men
weleens.
Veel traditionele recepten hebben als enige
groente knolselderij, (split)erwten en wat prei. Maar dus geen aardappel, geen wortel en ook geen ui. Maar soms worden
er aardappels toch aan toegevoegd om de structuur dikker te maken en zo de
kooktijd te bekorten.
De soep wordt traditioneel gegeten met roggebrood, belegd
bijvoorbeeld met katenspek, kaas of boter. In veel families zijn pannenkoeken het traditionele dessert na
erwtensoep, een traditie die ook in Scandinavische landen bekend is, vooral in
Zweden waar dit steevast elke donderdag gegeten wordt. Daar wordt het 'ärtsoppa
och Pannkakor' genoemd. Wij aten het thuis ook altijd in combinatie met
pannenkoeken, wat overigens wel een 'zware' maaltijd oplevert.
Ingrediënten:
1 pak spliterwten van Silvo
1 knolselderij
250 gram varkens-hamlappen
150 gram gerookte spekreepjes of blokjes
1 hele rookworst (375 gram)
1 prei
1 winterwortel
1 ui
2 kruimige aardappelen
verse krulpeterselie
verse selderie
3 grote bouillonblokken (of meer naar smaak)
1 theelepel foelie
witte gemalen peper naar smaak
gemalen nootmuskaat naar smaak
Bereiding:
Was de spliterwten grondig met koud water, totdat
er geen schuim meer vanaf komt. Doe ze dan in een pan met 1½ liter kokend
water. Schil de knolselderij en snijd deze in plakken van 1 cm. dik. Snijd deze
plakken vervolgens in kleine blokjes van 1 cm. Voeg de gesneden knolselderij
toe aan de pan met spliterwten. Voeg 2
bouillonblokken toe en laat het geheel gedurende 45 minuten zachtjes pruttelen.
Roer regelmatig goed door. Kook ondertussen in een klein pannetje met 1 liter
wateren 1 bouillonblok in 20 minuten de in blokken gesneden hamlappen gaar (en bij het opzetten
met kokend water moet je met een schuimspaan steeds het schuim van de bouillon
afscheppen, totdat deze helder blijft) en voeg wanneer het vlees gaar is de
spekblokjes toe en laat deze nog gedurende 10 min. meekoken. Wanneer de spliterwten uit elkaar zijn gevallen en de knolselderij
blokjes helemaal zacht en gaar zijn, neem je de pan van het vuur. Mix het
geheel met een staafmixer totdat het een gladde soep wordt. Zet de pan daarna
terug op het vuur. Maak de soep op smaak met witte peper, nootmuskaat en de
foelie. Voeg de bouillon met vlees en spek toe aan de erwtensoep en breng het
geheel weer aan de kook. Snijd en was ondertussen de prei in halve ringen (goed
laten uitlekken), schil de wortels en snijd deze in plakjes van een halve
centimeter dik. Snijd vervolgens deze plakjes in heel dunne reepjes (Julienne).
Maak de ui schoon en snijd deze in dunne snippers of reepjes. Snijd de
krulpeterselie en de selderie fijn. Voeg alle groenten toe aan de soep en roer
alles goed door. Schil de aardappelen en snijd deze in plakken van 1 cm. dik en
vervolgens in blokjes van 1 cm. Voeg deze ook toe aan de erwtensoep. Laat het
geheel op een zacht vuur of iets lagere temperatuur rustig pruttelen totdat de
groenten geheel gaar en zacht zijn. Proef of de smaak goed is en voeg
indien nodig nog wat peper, nootmuskaat, foelie of een bouillonblok toe.
Serveertip:
Lekker met
pannenkoeken, of met roggebrood met spek/ katenspek of kaas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten